Nieuws

Niets om je voor te schamen

Niets om je voor te schamen

‘De kopij trok letterlijk de hele dag aan je voorbij’, schrijft Edward Swier, die tijdens de Invictus Games in Den Haag deel uitmaakte van het mediateam. Hij kwam in aanraking met kwetsbare sporters, die bereid bleken openhartig over hun lot te praten. Ontroerende ervaringen leverde dat op.

Door Edward Swier

Tranen. Jazeker. Twee, drie keer heb ik afgelopen week een traan gelaten. Gehuild. Net als al de mensen, collega’s in het media- en communicatieteam, om me heen trouwens. Ieder had zo een momentje dat het even moest tijdens de Invictus Games.

Verbondenheid bij de Invictus Games (Foto: George Deswijzen)

Niet omdat er een wereldrecord werd gelopen, of omdat er een zoetsappig muziekje onder de sportieve hoogtepunten van de dag was geplakt. Nee, niets van dat al. Nee, de tranen kwamen na gesprekken met deelnemers, en hun families. Tranen. Niets om je voor te schamen. Stoer zijn lijkt misschien te passen bij een wereld waarin militairen de hoofdrol spelen, maar je kunt onmogelijk stug en star blijven tijdens het internationale sportevenement voor fysiek en mentaal gewonde militairen en veteranen. Daar kan je gewoon je emoties tonen. Ook als tekstschrijver.

Toen zaterdag de vraag kwam of ik, na een week Invictus Games, dit stukje voor de NSP-site op wilde tikken, twijfelde ik even. Immers, mijn rol was dit keer net iets anders dan vroeger, dan die van collega’s bij de kranten. ‘Embedded’, zo je wil, betrokken bij de organisatie. Ingehuurd. Aan de andere kant, staan veel freelance-journalisten (en dus ook veel NSP-kaarthouders) tegenwoordig niet van tijd tot tijd ook aan ‘de andere kant’? Immers, werken voor een evenement of bedrijf wordt nu eenmaal vaak net even wat beter beloond dan het krantenwerk.

Volle tribunes bij het rolstoelbasketbal (Foto: George Deswijzen)

Juist door de rol die ik had, kan ik nu echter wel vertellen wat zij die niet naar de Invictus Games kwamen, gemist hebben. Honderden verhalen. Letterlijk. Want, zelden bezocht ik een evenement waar zoveel over te vertellen viel als de Invictus Games. Oké, ook tijdens de Tour de France en de Olympische Spelen zat ik maar zelden verlegen om extra inspiratie en gesprekspartners, maar vaak genoeg - en velen zullen dat herkennen – duurt een evenement vaak toch net wat te lang.   

Welnu, de mediavertegenwoordigers die het Haagse Zuiderpark afgelopen week bezochten, hoefden niet lang te zoeken naar kopij. Het stikte van de verhalen. Waardevolle verhalen.

De kopij trok letterlijk de hele dag aan je voorbij. Zichtbaar gewond, want lopend met protheses. Mentaal gekwetst, en daardoor soms met hulphond. Of in een rolstoel. In het begin is dat even schrikken, jazeker. Vooral omdat zij die zich met nepbenen voortbewegen expres een korte broek aantrokken…

Maar al snel was het in je eigen hoofd geen issue meer. En zeker niet als je het gesprek aanknoopt. Deze militairen zijn - het is het motto van de Invictus Games - dankzij sport op weg naar hun ultieme herstel. Praten over hun sores, over hun fysieke en geestelijke pijn, over hun verleden én toekomst, is daar onderdeel van.

Dringen om een handtekening (Foto: George Deswijzen)

Jazeker, de Invictus Games, dat zijn die Spelen van Prince Harry. De hertog van Sussex, zoon van Diana en Charles. De afvallige royal. De magneet. Zijn aanwezigheid, de hele week (!), lokte veel tabloids naar Nederland. Perschef Simon Keijzer en zijn team ‘managden’ met name de paparazzi. Een week lang krioelden de Britten door het Zuiderpark. Een apart slag verslaggevers en fotografen. Altijd op zoek naar net dat andere verhaal. Maar wel de hele dag op elkaars lip, bang om te missen dat wat de ander registreert of optekent. De collega’s van onder meer Shownieuws en RTL Boulevard zijn in dat opzicht net wat zelfstandiger. 

Bewondering en enthousiasme bij vanaf links: Prince Harry, Koning Willem-Alexander en Mart de Kruif, voorzitter van de Invictus Games in Den Haag. (Foto: George Deswijzen)

Wie voor zijn oerdegelijke Nederlandse krantje naar de Invictus Games ‘moest’, had allicht aanvankelijk zijn/haar bedenkingen. Wat moet je nu optekenen bij een sportevenement dat geen topsportevenement is. Welnu, daar lag dus juist de mogelijkheid. Zelden meegemaakt dat 500 sporters zo makkelijk benaderbaar waren. Oké, op een enkeling na. Zij die liever geen mediacontact wilden, bijvoorbeeld omdat ze daar mentaal vanwege hun PTSS niet aan toe waren, waren duidelijk herkenbaar aan een speciale button.      

De rest deed maar wat graag zijn of haar verhaal. Zelfstandig of met hulp van een tolk soms, anders met steun van de teammanager of een ploeggenoot. Maar altijd weer kwam er een verhaal. Over oorlogen, ongelukken, over de jarenlange hel waarin sommigen verkeerden, over de kameraadschap, over het herstel. En, ook, over hun sportieve prestaties, de pr’s, de doelen. 

Oké, het was aanvankelijk moeilijk uit te leggen wat de Invictus Games nu zijn. Nee, het zijn geen Paralympische Spelen. Want het gaat in eerste instantie niet om winnen. Sport is het middel om beter te worden. Maar, merkten we, het verhaal kwam over. Ons team dat de social media en website verzorgde kon zich dagelijks verbazen over het engagement wereldwijd.

Edward Swier aan het werk in het media-centrum (Foto: Leon Schröder)

Met in een week bijna 100.000 bezoekers ter plekke was het ook altijd gezellig druk in het Zuiderpark. Nooit stampvol, maar dat past ook niet bij een evenement voor sporters die zich af en toe liefst even terugtrekken in een rustig hoekje. In de Sportcampus werd onder mee geroeid en was het powerliften, zwemmen was in het Hofbad, atletiek op de baan van Sparta. In een speciaal gebouwd stadion vond voor bijna volle tribunes (5.000 plekken) het rolstoelbasketbal en de hit rolstoelrugby plaats. Plus de opening en de sluiting. Daarvan was er live-coverage op de NOS en BBC, beide zenders maakten ook een dagelijks programma.

De faciliteiten? Een televisiedorp, een perszaal - met eigen restaurant, interviewruimte en werkplekken voor 250 man/vrouw - en onder meer ook duidelijk aangegeven fotoposities in de stadions. Alles zo geregeld als bij de grootste evenementen. Aan de andere kant is er veel anders. Want, de uitslagen spelen niet de hoofdrol. Meer dan waar ook ging het niet om de wedstrijd, maar om het verhaal erachter.

Het media-centrum (Foto: George Deswijzen)

Omdat vanwege corona de Invictus Games tot twee keer werden uitgesteld, maar onder meer de website en de social-mediakanalen wel in de lucht bleven en werden gevuld, had ik vooraf al zeker 75 tot 100 (!) van de 500 deelnemers (uit 20 landen) geïnterviewd. Digitaal, via zoom, of via de telefoon. In eerste instantie doe je dan wat terughoudend. Kan je wel informeren naar iemands lijdensweg? Hoe vraag je iemand met PTSS naar zijn fysieke, maar vooral mentale conditie? Bij een topsporter is dat geen enkel probleem. Immers, zij worden geacht top te zijn, ook op dat vlak. Maar juist deze groep is kwetsbaar. En toch, bleek al snel, praten ze er over.

Het is wat mij betreft ook de les van een week Invictus Games: vraag, ook in je omgeving, eens door. Vraag hoe het echt gaat met de degene met wie je op een verjaardag of receptie een biertje staat te drinken. De meeste mensen doen graag hun verhaal. Dat daar soms tranen bij vloeien; het is niet iets om je voor te schamen.