IN DE SPO(®)TLIGHT

Thomas Sijtsma, sportjournalist en auteur van boek ‘Verloren oorlogskind’

 ‘Een klein levenswerkje’

Hij schreef al boeken over de wielrenners Koen de Kort en Lieuwe Westra, maar met ‘Verloren oorlogskind’ dook freelance-journalist Thomas Sijtsma (36) in de geschiedenis van zijn eigen familie. ,,Het is een verhaal van een kind, Harry, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in onze familie werd opgenomen en dat ik op elke verjaardag van mijn oma opnieuw hoorde. Dat prikkelde mijn belangstelling”, vertelt Sijtsma.

Thomas Sijtsma (rechts) bij een signeersessie met Harry Davids, de hoofdrolpersoon in zijn boek.

Door Henk Mees

Thomas, hoelang liep je al met het idee rond hier een boek aan te wijden?

,,Sinds ik geschiedenis studeerde, was ik al van plan om uit te zoeken of ik die Harry zou kunnen vinden. Vijftien jaar lang heb ik nooit aanstalten gemaakt, tot het moment dat mijn oma in 2018 overleed.”

Hoe ga je dan te werk?

,,Een oom van mij, die ook Harry heette, had dezelfde belangstelling. We zijn samen opgetrokken en kwamen in contact met Vivian Colland, een achternicht van Harry in Amsterdam. Via haar kwamen we uit bij Inge Vecht-Prenzlau, een mevrouw in Amsterdam die tien jaar ouder is en tegenover hem had gewoond. Zij ging tijdens de Tweede Wereldoorlog ’s middags lunchen bij de ouders van Harry omdat ze niet over straat durfde. Zij is de enige levende bron, zij kon navertellen hoe Harry was als baby, hoe de omstandigheden bij hem thuis waren, wat voor ouders hij had. Vervolgens zijn we in Los Angeles bij Harry uitgekomen.”

Hoe kwam die Harry in jouw familie terecht?

,,Zijn Joodse ouders hebben hem afgestaan toen ze vreesden dat ze mee moesten op transport. Via-via is hij bij mijn overgrootouders in huis gekomen, in Engwierum, in Friesland. Daar is hij na de Tweede Wereldoorlog, waarin zijn ouders zijn vermoord, door familieleden opgehaald. Het is altijd een verhaal in onze familie gebleven.”

Heb je veel bronnenonderzoek moeten doen?

,,Het grote verschil met bijvoorbeeld de sportjournalistiek, waarin je vrijwel alles online kunt vinden, is dat je hiervoor aan de slag moet in verstofte archieven. Ik ben bij het Noord-Hollands Archief geweest, mijn belangrijkste bron, het Nationaal Archief, bij het NIOD, in het Fries Archief onder meer.”

Dat moet veel tijd hebben gevergd.

,,Ja, noem het maar een klein levenswerkje. Ik ben wel voor Trouw blijven schrijven, maar andere opdrachtgevers heb ik even wat minder kunnen bedienen. Doordat in de corona-periode veel sport wegviel, heb ik een slag kunnen maken. Maar met name in het laatste half jaar heb ik veel ander werk opzij moeten zetten.

Heb je hiervoor gebruik kunnen maken van speciale fondsen?

,,Voor een eerste verhaal over dit onderwerp, dat in 2020 in Het Parool is verschenen, heb ik een bedrag ontvangen uit een fonds voor bijzondere journalistieke projecten. Daardoor was er een tweede keer niets beschikbaar voor het boek.

De presentatie van het boek ‘Verloren oorlogskind’.

Het boek heeft veel belangstelling gekregen, in de kranten, op radio en tv. Hoe krijg je dat voor elkaar?  

,,De timing waarop het boek is uitgekomen, vlak voordat begin mei aan de Tweede Wereldoorlog wordt teruggedacht, verklaart veel van al die aandacht. De promotieafdeling van de uitgever heeft radio en tv benaderd. Ik heb natuurlijk wel wat kanalen aangeboord bij de kranten waarvoor ik werk en gewerkt heb. Met Harry, die hiervoor uit Los Angeles is overgekomen, zijn we bij Een Vandaag en Tijd voor Max geweest, op de radio bij OVT en Een Vandaag, diverse kranten en vrijwel alle Friese media hebben er aandacht aan besteed.”

Smaakt dit naar meer?

,,Zo persoonlijk als dit kan een volgend boek niet meer worden. Ik wil nu weer lekker voor de krant gaan schrijven. Ik heb geen haast.”