IN DE SPO(®)TLIGHT

Fred Buddenberg na 44 jaar weg bij Trouw

‘Ik was altijd meer van de balsporten’

Na 44 jaar sportjournalistiek bij dagblad Trouw heeft Fred Buddenberg zijn vermoedelijk laatste verhaal voor de krant geschreven. ,,Het is mooi geweest. Ik ga nu van de sport genieten zonder accreditatiebewijs om mijn nek, zonder deadline”, zegt Buddenberg (65), die voor Trouw  een veelheid aan sporten volgde, onder meer op zes Olympische Zomerspelen. Per 1 november eindigt zijn dienstverband. 

Door Henk Mees

Waarover ging dat laatste stuk, Fred?

,,Dat was voor de rubriek op pagina 2, over de zogenaamde afrobadmuts voor zwarte zwemsters die op de Olympische Spelen vorig jaar werd verboden en voortaan wel toegelaten wordt. Ik denk dat dit wel het laatste is geweest wat ik heb geschreven. Op de redactie heb ik gezegd dat ik nu alleen nog boodschappenlijstjes en ingezonden brieven ga schrijven. Een grapje.”

Fred Buddenberg in het perscentrum op het EK voetbal voor vrouwen in Engeland.

Herinner je je eerste verhaal nog?

,,Ja, dat was een interview met een mevrouw uit Kortenhoef die jurylid was bij het kunstrijden. Dat ging over de oneerlijkheid en corruptie bij de jurering van het kunstrijden.  Ik was 22 jaar, net uit militaire dienst gekomen. Op de School van de Journalistiek was Peter Onvlee een van mijn docenten. Hij was chef-sport bij Trouw en liet me weten dat ik na mijn militaire dienst direct bij Trouw kon beginnen.”

Hoe heb je de sportjournalistiek bij Trouw zien veranderen?

,,Met de sportredactie vormden we 44 jaar geleden letterlijk een eiland binnen Trouw. We zaten in een aparte ruimte, niemand bemoeide zich met ons. Het was zelfs zo dat de adjunct-hoofdredacteur op een bepaald moment binnenkwam bij ons en tegen Johan Woldendorp, onze chef toen, zei: jij bent zeker de reparateur van de typemachines.”

Hoe anders is het nu?

,,Sport vormt nu een serieus onderdeel van de krant, volledig geïntegreerd. Onze verhalen zijn ook steeds vaker voorin de krant en in het katern De Verdieping te vinden. Met de komst van John Graat als chef heeft die tendens een stroomversnelling gekregen. We doen ook veel aan maatschappelijke thema’s als grensoverschrijdend gedrag in de sport, het milieuvraagstuk. Je ziet die verhalen vaak een prominente plaats in de krant krijgen.”

Trouw nam toch altijd al meer afstand van de waan van de dag?

,,Zeker. Lange tijd hebben we daarom niets gedaan aan boksen en auto- en motorsport. Nu schrijven wij ook over de Formule 1, maar wel met het oog ook gericht op de negatieve aspecten zoals de gevolgen voor het milieu, de Co2-uitstoot, de belastbaarheid van de duinen, de geluidsoverlast.”

Hoe heb je de sportjournalistiek zien veranderen?

,,De wedstrijdjournalistiek is voor een belangrijk deel verdwenen. Nu wordt er regelmatig verslag gedaan van evenementen zonder daar aanwezig te zijn. De techniek maakt dat mogelijk, het gebeurt ook vanwege de kostenbesparingen. Ik heb dat directe contact met de sport en de sporters altijd heel belangrijk gevonden. Wat ook enorm veranderd is, is de manier van werken. Toen ik voor de eerste keer in 1980 naar Wimbledon ging, nam ik een typemachine en kopijpapier mee. Dan belde ik mijn verhaal vanuit een telefooncel door naar een stenotypist op de krant. Met als gevolg dat namen soms verkeerd in de krant kwamen. John MkEnroe stond er dan zomaar in de krant.”

Zijn er ook sporten die je niét hebt gevolgd?

,,Ik heb nooit over schaatsen geschreven, wielrennen heb ik alleen gedaan op de Olympische Spelen als onze wielerspecialist daar niet was. Ik ben nooit bij zwemwedstrijden geweest. Over atletiek heb ik alleen in mijn eerste jaren geschreven, toen ben ik nog op het WK van 1983 in Finland. Handbal en tennis zijn wel de sporten waarover ik het meest heb geschreven. Ik heb twee keer EK en een WK voetbal gevolgd, de laatste jaren heb ik veel over vrouwenvoetbal geschreven. Ik was toch altijd al meer van de balsporten.”