IN DE SPO(®)TLIGHT

Nando Boers, auteur van boek over Nederlands Formule 1-team Spyker

Twee volle tassen uit de supermarkt leveren boek op

Acht jaar voordat Max Verstappen in de Formule 1 debuteerde, vertegenwoordigde het team van Spyker het Nederlandse element. Na een jaar racen was er één WK-punt behaald en eindigde het avontuur. Als verslaggever van tijdschrift Sportweek volgde Nando Boers de races en lotgevallen in 2007. Zijn publicaties,  herinneringen en notities vormen nu de basis voor het boek ‘Geen plek  voor kleine jongens’ over Spyker en de Formule 1.

door Henk Mees  

Auteur Nando Boers (Foto: Keke Keukelaar)

Wat maakt een boek over het team van Spyker nu nog interessant, Nando?

,,Wat ik toen heb meegemaakt, heeft me nooit losgelaten. Al mijn documenten en aantekeningen heb ik bewaard in twee tassen uit de supermarkt. Ik heb altijd het idee gehad daar nog eens iets mee te doen. Een jaar geleden dacht ik, dit is het goede moment om het verhaal van Spyker te verweven met mijn eigen ervaringen in de Formule 1. Ik heb tien jaar in het rennerskwartier rondgelopen, ik ben op alle circuits geweest, in een tijd dat het nog heel anders was dan nu. Dat  komt nu samen in dit boek.”

Hoe ga je dan te werk?

,,Ik heb er nu baat bij gehad dat ik altijd de neiging had van al mijn interviews een transcriptie te maken. Het was een berg werk om dat allemaal uit te schrijven, maar bij het doornemen daarvan bleek dat er nog veel interessant materiaal is overgebleven.”

Kijk je nu met een andere blik naar dat jaar met Spyker?

,,Toen waren we het allemaal brokjes voor verhalen op dat moment. Nu weten we hoe het is afgelopen. Niemand had zicht op de geldstromen. Uiteindelijk is het team verkocht, ik denk niet dat ze zoveel geld hebben verloren. Er is wel veel geld doorheen gejaagd. Het is boeiend om daarop terug te kijken.”  

De cover van het boek

Heb je aan reflectie gedaan?  

,,Ik ben niet meer het hele verhaal nagelopen. Ik weet dat Michiel Mol, die directeur was van het team,  daar geen zin in heeft. Het contract van Christijan Albers, de enige Nederlandse coureur van het team,  is afgekocht met als voorwaarde dat hij zich niet meer uitlaat over die tijd. Ik heb bij de NTR wel eens geprobeerd een uitzending van Andere Tijden sport hieraan te wijden, maar uiteindelijk hebben we daar toch maar van afgezien.”  

Hebben Nederlandse journalisten zich toen laten meeslepen?

,,Spyker had alleen al vanwege de oer-Nederlandse naam aantrekkingskrant. We hadden te maken met aardige mensen, met charisma ook. Maar Telegraaf en AD hebben er heus wel tamelijk kritisch over geschreven. Olav Mol, die verslag deed voor de tv, en Michiel Muller, die er veel geld in heeft  gestopt, waren echt geen dikke vriendjes, hoor. Nee, laten meeslepen, zou ik niet zeggen.”

Volg je de Formule 1-races nog van nabij?

 ,,Naar de races ga ik niet meer. Als freelancer werk ik voor onder meer Studio Sport, voor De Muur maak ik grote interviews met wielrenners, die ook zijn gebundeld. Samen met Steven Dalebout van de NOS maak ik een podcast over het geluid van de sport. In die serie komt er binnenkort een over Formule 1. Voor Vol Gas, een uitgave zoals Hard Gras of De Muur, schrijf ik af en toe nog wel over autosport. Ik heb ook twee romans geschreven,  ‘Breng me thuis’ en ‘Zandvoort’, dat zich afspeelt in de wereld van de Formule 1. ‘Geen plek voor kleine jongens’ is mijn derde boek over Formule 1.  Ik werk nu aan een boek over wielrennen, dat in mei volgend jaar moet uitkomen. Autosport blijf ik volgen op afstand.”