Nieuws

Studenten enthousiast maken voor de journalistiek

Als sportjournalist word ik af en toe door studenten en scholieren benaderd om iets te vertellen over mijn vak en om vragen te beantwoorden. Ik sta daar altijd voor open omdat ik het leuk vind om over de sportwereld te praten en het is ook grappig om  even teruggevoerd te worden in de belevingswereld van jongvolwassenen en kinderen. Daarnaast hoop ik jongeren ook een beetje enthousiast te kunnen maken voor ons mooie vak.

Natasja Weber

Toevallig was het vorige week twee keer raak. Eerst werd mij het hemd van het lijf gevraagd door twee basisschoolleerlingen, een paar dagen later had ik een ruim half uur lang telefoongesprek met een 20-jarige studente journalistiek over het wel en wee van een freelance journalist.

De leerlingen van groep 8 wilden weten welke sporten ik allemaal volgde, wat ik de leukste sporten vind om over te schrijven (zwemmen en hockey), in welke landen ik was geweest, of ik alleen verslag deed van vrouwelijke sporters of ook mannen, of ik weleens Messi of Ronaldo had geïnterviewd (helaas niet) en ze vroegen mij naar het meest bijzondere sportmoment waar ik ooit verslag van heb gedaan.

Als ik er één moet uitpikken is dat de 19e gouden olympische medaille van Michael Phelps in 2016 op de Olympische Spelen in Brazilië, zei ik tegen de twee meisjes van 11 jaar. Ik vertelde dat de zwemmer een paar jaar eerder – met 18 gouden medailles op zak – was gestopt met topsport en dat hij hierna door een diep dal ging. Hij dronk en gokte veel en wist niet wat-ie met zijn leven aan moest. Uiteindelijk begon hij weer met zwemmen, plaatste zich voor de Olympische Spelen van Rio de Janeiro en in een kolkend zwemstadion veroverde hij zijn eerste olympische titel na zijn comeback; zijn 19e in totaal. En toen zat ik daar met kippenvel en pijnlijke oren op de tribune, echt een memorabele gebeurtenis.  De meisjes keken me wat meewarig aan. ‘Hoe heette die zwemmer?’  

De derdejaars studente journalistiek had van haar opleiding de opdracht gekregen om een freelance journalist te interviewen. Via via kwam ze bij mij terecht. Ze maakte zich een beetje zorgen of er wel genoeg werk is voor freelancers (zeker) en of er een goede vergoeding tegenover staat (zeer uiteenlopend).

Ook wilde ze weten hoe je een netwerk opbouwt, hoe je als freelancer aan opdrachten komt, of ik weleens ben gevraagd voor commerciële klussen die mijn journalistieke principes tegen de borst stuiten (nee) en wat ik persoonlijk het mooiste vind van mijn werk (veel verschillende mensen ontmoeten die alles opzij zetten om te slagen als topsporter, op bijzondere plekken komen en de variatie in het schrijven van verhalen; van nieuwsberichten en interviews tot analyses en reportages). 

Ook stelde de 20-jarige studente de vraag die ik het afgelopen jaar veel vaker heb gehoord. ‘Waarom heb je eigenlijk een vast dienstverband bij het Eindhovens Dagblad verruild voor een freelance-bestaan bij onder andere de Volkskrant?’ Het antwoord is simpel: sport is mijn passie en ik wilde na 20 jaar ED heel graag als sportjournalist voor een landelijke krant werken.

De studente vertelde dat ze nog niet weet welke richting ze op wil als schrijvend journalist; de sportjournalistiek of meer de algemene journalistiek. Her en der hoort ze – ook van docenten op haar school – dat het voor beginnende freelance journalisten die net van school komen lastig is om aan voldoende opdrachtgevers te komen en dat werkt voor haar soms ontmoedigend.

Hopelijk heb ik haar een beetje enthousiast kunnen maken voor het mooie vak van schrijvend journalist en wie weet wel voor de sportjournalistiek. Eén ding kon ik haar in ieder geval vol overtuiging meegeven: er liggen genoeg kansen. 

NATASJA WEBER