Nieuws

Strengere regels voor volgers wielerpeloton

In het nieuwe wielerseizoen gelden nieuwe, strengere regels voor alle volgers in auto’s en op motoren bij alle wedstrijden in de World Tour. Wie daarvoor in aanmerking wil komen, moet naast een UCI-licentie voor sommige wedstrijden zoals de Tour de France nu ook over een speciaal rijvaardigheidsbewijs beschikken. Bij de Tour geldt dit jaar zelfs voor het eerst de verplichting daags voor de start deel te nemen aan een instructiebijeenkomst.

De verscherpte regels zijn door de organisatoren getroffen in overleg met de 'International Association of Cycling Journalists'’' (AIJC). Voornamelijk fotografen, hun motorrijders en de medewerkers van radio en tv krijgen met de maatregelen te maken.

Raymond Kerckhoffs achterop de motor (foto: Cor Vos)

Het overgrote deel van de journalisten blijft bij wielerwedstrijden weg uit de zone tussen de vooroprijdende commandowagen en de bezemwagen. ,,Ik ben nog zo’n journalist die wel eens de eerste honderd kilometer van een etappe achter het peloton aan rijdt of bij een tijdrit een renner volgt om een indruk van het parkoers te krijgen. De meesten kiezen voor het volgen van de koers via de tv op de finishlocatie. Beter kan het ook niet”, vertelt Raymond Kerckhoffs van de Telegraaf, die tevens president is van de AIJC.

Kerckhoffs is uitgesproken voorstander van de verscherpte regels die zowel de wildgroei moeten beteugelen als de veiligheid bevorderen. Enkele ernstige ongelukken waarbij wielrenners in het afgelopen jaar in botsing kwamen met motorrijders onderstreepten de noodzaak.

,,In de Tour van 2011 is met de crash van Johnny Hoogerland het besef ontstaan dat het niet langer verantwoord was dat iedereen met een accreditatie en een rijbewijs zomaar met een auto tussen de renners kon gaan rijden. Na dat incident bleek dat het niet eens duidelijk was welke verzekering hiervoor kon worden aangesproken. Nu is het op dat niveau veel beter geregeld, al is men bij wedstrijden in een lagere categorie, bijvoorbeeld in de Ster van Zwolle, nog lang niet zover”, aldus Kerckhoffs.

Raymond Kerckhoffs kijkt wel eens met verbazing terug op de ontwikkeling van de mediabelangstelling voor het profwielrennen. ,,Toen ik me in 1990 als freelancer voor Wieler Revue voor het eerst bij de Tour meldde, kreeg ik meteen een hesje en kon ik zo bij de finish komen. Toen stonden daar maximaal 25 fotografen. Nu moeten de fotografen worden verdeeld over drie of vier categorieën en blijft er nog een groep over die nergens bij kan komen.”

Op de Tour de France komen nu circa 300 fotografen af, op een totaal van pakweg 1200 mediavertegenwoordigers. Kerckhoffs: ,,Selectie is harde noodzaak geworden, dat geldt voor zowat alle grote wedstrijden, klassiekers en etappewedstrijden. Je ziet steeds meer web-journalisten en hobbyfotografen die vijf dagen loodgieter zijn en in het weekend wielrennen willen fotograferen.” Bij de selectie wordt ook de AIJC betrokken. ,,Ik kreeg nu pas een lijst van de organisatie van Parijs – Nice, waarmee de AIJC gevraagd wordt te dubbelchecken of de aanvragen vanuit de media wel allemaal voor professionele journalisten en fotografen zijn bedoeld. Een goede zaak.”

Henk Mees