AIPS staat weer eens op een kruispunt
Veel Nederlandse sportjournalisten zal het een worst wezen, maar hier in Rabat vergadert de AIPS op zijn 87e congres deze week over de ontwikkelingen die ons mooie vak bezighouden en bedreigen.
Dat is geen kleine kwestie voor ondergetekende, die Nederland in Marokko mag vertegenwoordigen op het ‘songfestival’ voor sportjournalisten. We zitten hier in het meer dan ruim bemeten Fairmount Hotel in de Marokkaanse hoofdstad toevallig wel met de zegen van onze beschermheer dezer dagen, zijne koninklijke hoogheid Mohammed VI.
Het is voor onze gastheer een belangrijke mijlpaal, want voor de tweede keer in de geschiedenis vergadert de wereldkoepel van sportjournalisten op het Afrikaans continent. En toevallig ook de tweede keer in Marokko, na het debuut in 2005.
Wat minstens zo belangrijk is, is de richting die de AIPS kiest in de bescherming van onze werkomstandigheden en die van de sportmedia. In het verleden werd de AIPS nogal eens gezien als een papieren tijger die uitsluitend van belang was om een internationale AIPS-kaart te verkrijgen. Die opent als een van de weinige (bijna) alle deuren bij sportevenementen op alle continenten. Verder, zo was de heersende opinie, was het vooral een soort gezelligheidsvereniging. Niet zelden namen de delegatieleden hun partners (m/v) mee naar de diverse gerieflijke oorden.

Sinds de Italiaan Gianni Merlo de scepter zwaait, en dat is alweer zo’n twintig jaar, is de AIPS stukje bij beetje gemoderniseerd en getransformeerd. De UEFA, het IOC en de FIFA zijn geregelde gasten op de congressen, evenals de leiders van andere sportkoepels. Er worden steeds vaker en steeds meer gediscussieerd over de vraag wat we moeten doen met zaken als kunstmatige intelligentie, de opmars van de content creators en wat we aan moeten met zaken als matchfixing en sportweddenschappen.
Wat helaas achterblijft is de discussie over de dringende noodzaak om de positie van de vrije en onafhankelijke sportjournalistiek te beschermen, uiteraard te beginnen in Europa. Het Europees bestuur heeft daarvoor nauwelijks een agenda en eigenlijk geen enkel besef van de urgentie om met internationale sportbonden in het tennis, het wielrennen, de atletiek of het volleybal in gesprek te gaan over het behoud van toegang tot atleten, spelers en coaches. In toenemende mate worden zij afgeschermd en soms is de atleet in kwestie helemaal niet bereid de media te woord te staan. Dergelijk divagedrag zien we in Nederland helaas ook. Het posten van een (eigen) foto en wat zielloos commentaar op Insta en derzulken is doorgaans het enige wat de media wordt toegeworpen. Zo ga je kritische vragen uit de weg.
Met de UEFA en de FIFA zijn we namens onafhankelijke werkgroep met onder België, Duitrsland, Frankrijk, Ierland en Nederlamnd namens AIPS Europa inmiddels reeds in gesprek om onze positie zo veel mogelijk te waarborgen.
De AIPS zal ook met andere bonden in de slag moeten om te voorkomen dat straks uitsluitend nog de rechtenhouders exclusieve toegang hebben tot renners, coureurs, spelers en atleten. De vraag is echter of de 45 landen die binnen AIPS Europa opereren wel op dezelfde lijn zitten en dezelfde urgentie voelen om zich namens de collega’s krachtig te verzetten tegen verdere inperking van journalisten, fotografen en camjo’s. In hoeverre houden we ‘content creators’ buiten de deur, die namens de goed betaalde sportmensen gelikte foto’s, filmpjes en interviews maken om de fans te bedienen en te behagen. En die daarmee de onafhankelijke media op ferme afstand houden.
We staan dus, onder de ogen van de Marokkaanse koning, weer eens op een belangrijk kruispunt in ons vakgebied. Gio Lippens heeft geprobeerd er een flinke slinger aan te geven en drie jaar geleden deed John Volkers namens Nederland een poging gedaan een positie te verwerven in het bestuur van AIPS Europa. De afgelopen jaren is er nauwelijks vooruitgang geboekt, op de werkgroep na dan. Eens kijken welke kant de dirham in Rabat oprolt.
Gerard den Elt, algemeen secretaris NSP